Ben aanwezig op de paardenmarkt in Voorschoten zaterdag 29 juli vanaf 09:00 uur.

Overgangsjaren, laat dit niet gebeuren.
Verhaal uit de praktijk van een dankbare cliënt.
‘Ik werd ’s nachts steeds badend in het zweet wakker. Deken van me afgooien, deken er weer op, raam open, raam dicht. Mijn partner werd er helemaal gek van. Daarbij kreeg ik ook overdag zweetaanvallen. Die kwamen ineens opzetten. Mijn hele lichaam werd dan drijfnat, mijn oksels, mijn gezicht. Het was heel erg. “Je moet je niet zo druk maken,” zeiden de mensen om me heen. Net of je er wat aan kunt doen, aan dat zweten. Zelfs op straat werd ik herhaaldelijk door mensen aangesproken: “Mevrouw, voelt u zich niet lekker? U bent helemaal nat.” Ik kon dan wel door de grond zakken.
Op een gegeven moment ging ik niet meer naar feestjes. Ik durfde niet meer. Ik was een keer al nat toen ik mijn danspartner nog maar net vasthield. Het was afschuwelijk, ik schaamde me dood. Sindsdien sloeg ik alle uitnodigingen af. Dat houdt dan allemaal op. Je kunt niets doen als je zo zweet.
Ik werd heel opstandig, agressief en gejaagd. Mijn partner moest het daarbij ontgelden, ik reageerde al mijn frustratie op hem af. Uiteindelijk is de relatie stukgegaan. Ook op mijn werk bij dementerende mensen werden mijn collega’s helemaal gek van me. Maar zelf had ik er geen erg in dat ik onaardig deed. Ik dacht: het ligt aan hen. Later begreep ik: het lag aan mij. Het waren de hormonen.
Doordat ik alsmaar niet sliep, was ik ook ontzettend moe. Ik kreeg hoofdpijn, hartkloppingen. Ik werd verward, raakte helemaal de kluts kwijt. Het dieptepunt kwam toen ik mijn geduld verloor bij een bewoner. “Ik ben het zat!”, viel ik tegen hem uit en liep weg. Daar heb ik heel erge spijt van gehad. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Toen dacht ik: dit gaat niet goed. De bewoners mogen niet de dupe worden van mijn overgangsklachten. Ik meldde me ziek. En stortte helemaal in. Ik liep toen al drie jaar met klachten. Achteraf vraag ik me af: hoe heb ik dat zo lang kunnen volhouden?
Mijn huisarts verwees mij naar de overgangsconsulente. De overgangsconsulente begreep het wel. Samen hebben wij naar een therapie gezocht om mij beter te voelen en ja, mij leefstijl en voeding aangepast ,ik mag geen hormonen maar vanuit de orthomoleculaire geneeskunde een goed supplement advies gekregen. Ik stond er heel sceptisch tegenover. De eerste zes weken werden mijn klachten ook alleen maar erger, ik wist niet waar ik het zoeken moest. Het helpt niet, dacht ik. Het helpt iedereen, behalve mij. Maar de middelen hadden tijd nodig om hun werking te kunnen doen.
Hevig zweten doe ik niet meer. Ik ben ook heel rustig geworden. En sinds vorige week ben ik, na ruim vier maanden ziek thuis, weer voor halve dagen aan het werk. Voor hele ben ik nog te moe, maar ik ben zo ontzettend blij dat ik weer naar mijn werk kan. En dat ik weer een sociaal leven kan hebben. Dat heb ik de afgelopen jaren niet gehad. Het waren magere jaren, maar nu komen de vette.’